Vroeger was ik soms jaloers op vrienden die tandarts wilden worden, piloot of architect. Ze hadden een helder plan voor ogen en alle effort was gericht op het behalen van het diploma dat toegang zou bieden tot een leven als professional. Anders gezegd: ze stonden destijds op punt A en hadden punt B helder in het vizier. Bij mij is het precies andersom gegaan: na ruim veertig jaar werken sta ik op (een tijdelijk) punt B en kijk in de andere richting terug op A. Gek genoeg vertoont mijn CV, als ik zo kijk, een net zo heldere lijn. Zonder het te beseffen verdiepte ik me in het gedrag van (groepen) mensen. Ik studeerde Nederlands Recht (1985) en leerde hoe het hoorde. Later, aan dezelfde universiteit in Rotterdam, studeerde ik Bedrijfskunde (1999) en kreeg zicht op hoe het nog meer zou kunnen.
Nog een jaar of tien verder maakte ik kennis met de haptonomie en de wereld van voelen, gevoelens en emoties werd aan mijn werkterrein toegevoegd. Weten en begrijpen maakte plaats voor ervaren en (aan)voelen. De laatste zes jaar deed ik promotieonderzoek aan de Universiteit voor Humanistiek naar veerkracht bij mensen in organisaties.
Schrik niet. Ik ben meer dan een diploma sprokkelaar. Ben vader van vier geweldige kinderen en inmiddels opa van nog eens vijf. Ik ben gek op reizen, koken en ongegeneerd luieren. Ik ben ook, eerlijk is eerlijk, gek op mijn werk.
Vroeger was ik soms jaloers op vrienden die tandarts wilden worden, piloot of architect. Ze hadden een helder plan voor ogen en alle effort was gericht op het behalen van het diploma dat toegang zou bieden tot een leven als professional. Anders gezegd: ze stonden destijds op punt A en hadden punt B helder in het vizier. Bij mij is het precies andersom gegaan: na ruim veertig jaar werken sta ik op (een tijdelijk) punt B en kijk in de andere richting terug op A. Gek genoeg vertoont mijn CV, als ik zo kijk, een net zo heldere lijn. Zonder het te beseffen verdiepte ik me in het gedrag van (groepen) mensen. Ik studeerde Nederlands Recht (1985) en leerde hoe het hoorde. Later, aan dezelfde universiteit in Rotterdam, studeerde ik Bedrijfskunde (1999) en kreeg zicht op hoe het nog meer zou kunnen. Nog een jaar of tien verder maakte ik kennis met de haptonomie en de wereld van voelen, gevoelens en emoties werd aan mijn werkterrein toegevoegd. Weten en begrijpen maakte plaats voor ervaren en (aan)voelen. De laatste zes jaar deed ik promotieonderzoek aan de Universiteit voor Humanistiek naar veerkracht bij mensen in organisaties.
Schrik niet. Ik ben meer dan een diploma sprokkelaar. Ben vader van vier geweldige kinderen en inmiddels opa van nog eens vijf. Ik ben gek op reizen, koken en ongegeneerd luieren. Ik ben ook, eerlijk is eerlijk, gek op mijn werk.
Denken met een vleugje voelen
Mensen zijn bijzondere zoogdieren om tal van redenen. Eén daarvan is dat we kunnen denken. Daarmee kunnen we betekenis verlenen aan de dingen die we meemaken. Voortdurend hebben we, via ons lichaam, contact met de wereld om ons heen. Die wereld hebben we leren kennen met behulp van onze tastzin en alle indrukken slaan we netjes op en verwerken we. Zo kunnen we een nieuwe waarneming vergelijken met een oude. Wat zie ik toch aan mijn vriend? Welke stemming hangt er in de kamer? Wat hoor ik? Schuilt er ergens gevaar? Ruik ik wellicht kansen? Het werkt ook andersom: wat we denken is op een of andere manier ook voelbaar in ons lijf (daarom is het onzin om te vragen of je een voeler of een denker bent).
Met ons brein kunnen we verhalen maken. Leuk en reuze handig want die verhalen kunnen we delen met anderen.
We moeten wel een beetje opletten met dat denken. Denken gaat namelijk vrij snel over in oordelen. Waar we nog veilig zitten met de vraag ‘voelt het goed of voelt het niet goed?’ kunnen we vrij gemakkelijk uit de bocht vliegen met het antwoord ‘het ìs goed of fout!’. Vrienden die zeggen dat je niet zo moet denken bedoelen hoogst waarschijnlijk dat je niet zo moet oordelen. Van sommige gedachten kan je echt last hebben. Wie werkt met een computer (en wie doet dat niet?) weet dat je er bij een vastloper meestal goed aan doet om de machine helemaal uit te zetten, even te wachten en hem dan weer aan te zetten. Een ontmoeting die zijn basis vindt in affectiviteit werkt ongeveer net zo. Een uitkomst voor mensen, die gevangen zitten in hun eigen gedachten en gevoelens en niet meer precies weten hoe af te sluiten en opnieuw op te starten.
Voelen met je hele lijf
Hoe verblijdend is het om te zien hoe kleine kinderen de wereld ontdekken? Onvermoeibaar voelen, ruiken en proeven ze aan wat of wie ze maar tegenkomen. Letterlijk alles raken ze aan. Wat kan je er mee, vragen zich af, om daarna zelf het antwoord te verzinnen. Alles, werkelijk alles kunnen ze gebruiken. Van voelen worden ze ontzettend blij: hun wereldje breidt zich uit en prikkelt hun fantasie. Ontdekkingen komen ze maar al te graag laten zien. Een liefdevolle bevestiging leidt steevast tot veiligheid, vertrouwen en verbinding. Geweldig.
Helaas komt die tastzin wel eens in de knel. Een nare gebeurtenis zet ‘m onmiddellijk uit. Laat me maar even, zullen we later zeggen. We trekken ons terug. Wat we voelen maakt plaats voor wat we denken.
Eenzaamheid is het gevolg. Onveiligheid en verlies aan vertrouwen. Hoe mooi zou het niet zijn als we die tast gewoon weer áán zouden kunnen zetten? Opnieuw contact maken en ontsnappen uit de gevangenis van onze gedachten en gevoelens? Geloof het of niet: dat kan. In vijftig jaar groeide haptonomie uit tot een begrip, een zijnswijze. Affectiviteit is het sleutelwoord. Met een goed gesprek of een goede aanraking wordt je isolement doorbroken en neemt je belastbaarheid weer toe.
Een uitkomst voor mensen, die moeten presteren. Van zichzelf of voor anderen. Voor wie het leven even geen pretje is of voor hen die voelen dat de batterij bijna leeg is.
Doen wat goed voelt
De meesten van ons laten graag hun handjes wapperen. De hele dag door vertonen we gedrag, dat op zijn beurt weer gedrag oproept bij anderen. Met dat gedrag proberen we een dieper liggende behoefte te vervullen. Sporten is bijvoorbeeld een manier om te voorzien in de behoefte aan beweging of avontuur. Door iets aan iemand te vragen vervullen we onze behoefte aan erkenning, aandacht of informatie. En als we met de vuist op tafel slaan willen we mogelijk gehoord of gezien worden. Het is de kunst zicht te krijgen op gedrag en de onderliggende basisbehoeften. Zicht op gedrag kunnen we onder andere laten zien door het opstellen van een persoonlijkheidsprofiel.
Geen recept of snelle oplossing, maar een handige bijsluiter om gedrag bespreekbaar te maken en te zoeken naar een uitbreiding van je handelingsrepertoire. Veel van ons gedrag hebben we in onze jonge jaren aangeleerd in ons ‘gezin van herkomst’, zoals dat in de systeemleer heet. Het is verrassend om te zien hoeveel van het gedrag dat we hebben aangeleerd is nog terug te vinden in de manier waarop we ook nu met vrienden, collega’s en wildvreemden omgaan. Mensen, die op volwassen leeftijd steeds tegen dezelfde dingen aanlopen doen er goed aan om eens stil te staan bij gebeurtenissen uit hun jeugd. Met behulp van inzichten uit de systeemleer kunnen oude patronen worden opgespoord en aangepakt.
Denken met een vleugje voelen
Mensen zijn bijzondere zoogdieren om tal van redenen. Eén daarvan is dat we kunnen denken. Daarmee kunnen we betekenis verlenen aan de dingen die we meemaken. Voortdurend hebben we, via ons lichaam, contact met de wereld om ons heen. Die wereld hebben we leren kennen met behulp van onze tastzin en alle indrukken slaan we netjes op en verwerken we. Zo kunnen we een nieuwe waarneming vergelijken met een oude. Wat zie ik toch aan mijn vriend? Welke stemming hangt er in de kamer? Wat hoor ik? Schuilt er ergens gevaar? Ruik ik wellicht kansen? Het werkt ook andersom: wat we denken is op een of andere manier ook voelbaar in ons lijf (daarom is het onzin om te vragen of je een voeler of een denker bent).
Met ons brein kunnen we verhalen maken. Leuk en reuze handig want die verhalen kunnen we delen met anderen. We moeten wel een beetje opletten met dat denken. Denken gaat namelijk vrij snel over in oordelen. Waar we nog veilig zitten met de vraag ‘voelt het goed of voelt het niet goed?’ kunnen we vrij gemakkelijk uit de bocht vliegen met het antwoord ‘het ìs goed of fout!’. Vrienden die zeggen dat je niet zo moet denken bedoelen hoogst waarschijnlijk dat je niet zo moet oordelen. Van sommige gedachten kan je echt last hebben. Wie werkt met een computer (en wie doet dat niet?) weet dat je er bij een vastloper meestal goed aan doet om de machine helemaal uit te zetten, even te wachten en hem dan weer aan te zetten. Een ontmoeting die zijn basis vindt in affectiviteit werkt ongeveer net zo. Een uitkomst voor mensen, die gevangen zitten in hun eigen gedachten en gevoelens en niet meer precies weten hoe af te sluiten en opnieuw op te starten.
Voelen met je hele lijf
Hoe verblijdend is het om te zien hoe kleine kinderen de wereld ontdekken? Onvermoeibaar voelen, ruiken en proeven ze aan wat of wie ze maar tegenkomen. Letterlijk alles raken ze aan. Wat kan je er mee, vragen zich af, om daarna zelf het antwoord te verzinnen. Alles, werkelijk alles kunnen ze gebruiken. Van voelen worden ze ontzettend blij: hun wereldje breidt zich uit en prikkelt hun fantasie. Ontdekkingen komen ze maar al te graag laten zien. Een liefdevolle bevestiging leidt steevast tot veiligheid, vertrouwen en verbinding. Geweldig.
Helaas komt die tastzin wel eens in de knel. Een nare gebeurtenis zet ‘m onmiddellijk uit. Laat me maar even, zullen we later zeggen. We trekken ons terug. Wat we voelen maakt plaats voor wat we denken. Eenzaamheid is het gevolg. Onveiligheid en verlies aan vertrouwen. Hoe mooi zou het niet zijn als we die tast gewoon weer áán zouden kunnen zetten? Opnieuw contact maken en ontsnappen uit de gevangenis van onze gedachten en gevoelens? Geloof het of niet: dat kan. In vijftig jaar groeide haptonomie uit tot een begrip, een zijnswijze. Affectiviteit is het sleutelwoord. Met een goed gesprek of een goede aanraking wordt je isolement doorbroken en neemt je belastbaarheid weer toe.
Een uitkomst voor mensen, die moeten presteren. Van zichzelf of voor anderen. Voor wie het leven even geen pretje is of voor hen die voelen dat de batterij bijna leeg is.
Doen wat goed voelt
De meesten van ons laten graag hun handjes wapperen. De hele dag door vertonen we gedrag, dat op zijn beurt weer gedrag oproept bij anderen. Met dat gedrag proberen we een dieper liggende behoefte te vervullen. Sporten is bijvoorbeeld een manier om te voorzien in de behoefte aan beweging of avontuur. Door iets aan iemand te vragen vervullen we onze behoefte aan erkenning, aandacht of informatie. En als we met de vuist op tafel slaan willen we mogelijk gehoord of gezien worden. Het is de kunst zicht te krijgen op gedrag en de onderliggende basisbehoeften. Zicht op gedrag kunnen we onder andere laten zien door het opstellen van een persoonlijkheidsprofiel. Geen recept of snelle oplossing, maar een handige bijsluiter om gedrag bespreekbaar te maken en te zoeken naar een uitbreiding van je handelingsrepertoire.
Veel van ons gedrag hebben we in onze jonge jaren aangeleerd in ons ‘gezin van herkomst’, zoals dat in de systeemleer heet. Het is verrassend om te zien hoeveel van het gedrag dat we hebben aangeleerd is nog terug te vinden in de manier waarop we ook nu met vrienden, collega’s en wildvreemden omgaan. Mensen, die op volwassen leeftijd steeds tegen dezelfde dingen aanlopen doen er goed aan om eens stil te staan bij gebeurtenissen uit hun jeugd. Met behulp van inzichten uit de systeemleer kunnen oude patronen worden opgespoord en aangepakt.