Ruim zes jaar geleden werd mijn oudste kleinzoon Mike geboren. Ik vloog erheen en trof een huis vol aan. Trots als een aap vertelde ik het aan iedereen die het maar wilde horen. Natuurlijk ging er ook een bericht naar mijn oude vriendin Willem Pollmann, die toen net de grens van 90 jaar was gepasseerd, ze waren een tijdje de oudste en jongste inwoner van mijn hart. Willem, inmiddels overleden, was stapeldol op kinderen en bekeek mijn foto’s altijd met uiterste precisie. Ze stuurde me de dag erna het volgende bericht:
‘Och Eric, wat een mooi kindje. Heldere, wijze oogjes. Zo in het begin van hun leven komen de oogjes uit het sterrenrijk. Peinzend, stil, nog niet helemaal op de wereld. Goed kijken Eric, want binnen een week is die blik weg, en zie je de omgeving binnen komen. Dit vind ik het grootste wonder van een pasgeboren kindje en de zoete geur om ze heen. Wat een geschenk ! Gelukkig weet ik dat jij het ZIET. Liefs en XX van Willem.’
Ze hebben een weekje om te landen uit het mysterieuze Sterrenrijk waar wijze Willem over sprak. Het is ronduit ontroerend om te zien hoe zo’n slapend mini-mensje nog een weekje zweeft, af en toe trillend met z’n oogleden. Wanneer het kostbare pakketje veilig is geland en de oogjes eenmaal open zijn voltrekt zich een klein wondertje tussen het kind en de mensen eromheen. De blikken gaan elkaar kruisen, steeds vaker en steeds gerichter. In de ogen van de ouders gaat het zichzelf kennen. Op hun beurt voelen de ouders de blik van hun kindje tot in hun tenen. Als er enkele weken later een lach verschijnt op het gezicht van de kleine schurk voelt iedereen zich de koning te rijk.
Willem sloeg de spijker altijd op z’n kop, ook nu. Je zou er gauw zo scherp naar kijken dat je het niet meer zou zien. Zo’n prachtig kindje vult niet alleen je trotse ogen, maar raakt je ook diep van binnen op plaatsen waar je zelden komt. Ontroering, tederheid, warmte, kwetsbaarheid. Ik ontdekte dankzij deze schatten dat ik daar vaker mag komen. Waarnemen en ‘t daarna vooral ook binnen laten komen. Niet alleen koken, maar ook proeven. Niet alleen vragen, maar ook luisteren. Vertragen, ontvangen, niks doen. Woorden die in mijn woordenboek soms lastig te vinden zijn. In de snelheid van alledag wordt m’n gevoelsleven soms het kind van de rekening.
Ik hoorde vanochtend: Bewoon alle kamers van je huis, anders gaat er iemand anders in zitten. Betrek alle kamers voordat een ander dat doet en jij het leven van die ander gaat leven. Wie eenmaal jouw kamer heeft gekaapt krijg je er niet makkelijk meer uit.
Een uitzondering maak ik voor m’n hart. Daar is het full-house. Met Mike en Willem op een prominente plaats.