Tijdens onze laatste vakantie boekten we een boottrip naar een idyllisch eilandje op ruim een uur varen vanaf de haven, waar we ons om zeven uur in de ochtend moesten melden. Het zag er op de foto’s geweldig uit. Een tropisch eilandje met witte stranden, een azuurblauwe zee, nieuwsgierige schildpadjes en een BBQ zou ons ten deel vallen. De trossen werden losgegooid en langzaam voer de boot de haven uit. In de verte zagen we de volle zee en we verheugden ons op de dag die voor ons lag. Bemanningsleden gingen rond met een grote schaal met broodjes en flesjes water. Eén van de bemanningsleden heette ons welkom en vertelde dat we, op de heenreis naar dit Bounty-eiland te maken zouden krijgen met flinke golven. Wie misselijk werd moest maar even een hand opsteken, want bij zeeziekte en tegenwind luistert het nogal nauw in welke richting je je maag leegt. Al snel zagen we een arme vrouw letterlijk geel en groen worden. Ze verborg haar hoofd tussen haar knieën en vocht luid zuchtend tegen de misselijkheid. Ze werd opgemerkt door iemand van de bemanning, die haar met haar gezicht in de wind draaide en wees naar de horizon. Het hielp. Nou ja, een beetje.
Als we het moeilijk hebben maken we doorgaans onze ruimte kleiner en vechten eenzaam tegen de narigheid, die opkomt. We trekken ons terug, sluiten ons af en hopen dat het over gaat. Eigenlijk tegen beter weten in. Niet alleen op een schommelende boot, maar ook in ons dagelijks leven. Hoe heilzaam is het om je naar buiten te richten, de horizon weer te zien en met je gezicht in de wind te staan? Haptonomie, de wetenschap die zich baseert op de tastzin, zorgt ervoor dat je je weer naar buiten richt, opent en voelt dat je één kunt zijn met je omgeving.