Nog geen veertien maanden zaten er tussen mijn geboorte en die van mijn broertje Fred, die door mijn ouders welkom werd geheten in het bosrijke Bennekom, een prachtige plaats op de Veluwe, waar ze waren neergestreken nadat mijn vader er een baan had gekregen op de School met de Bijbel. Toen nog een paar jaar later ook Gerard werd geboren was het gezin compleet. Herinneringen aan die tijd zijn grotendeels vervaagd, althans bij mij, al voelt het nog steeds als een langgerekte vakantie. Een piepklein huisje met een enorme achtertuin waaruit mijn vader zelf groente en fruit toverde en voor ons een zwembadje had gemetseld. Er stond een kippenhok met een zwerm kippen en de luidruchtige haan Kasper, die er bij zijn chickies flink de wind onder had.
Jarenlang deelden Fred en ik een kamer en alle tijd die we hadden brachten we samen door. Dat hebben we moeiteloos volgehouden tot het eind van onze middelbare schooltijd. Onze wegen scheidden zich toen Fred in Woensdrecht onder de wapenen ging en ik aan mijn studie begon in Rotterdam. We hadden toen nooit kunnen vermoeden dat de fysieke afstand ook zou leiden tot een andere verstandhouding. Met het verlaten van het ouderlijk huis zochten we, net als de jongste telg uit het nest, naar een eigen manier om ons leven vorm te geven. We moesten er flink aan wennen dat we de overweldigende liefde van moeder en de stevige opvattingen van vader over wat hoort en wat niet nu echt achter ons hadden gelaten. Zoals iedere tiener dat doet besloten we het alle drie over een heel andere boeg te gooien. Dat ging niet zonder slag of stoot. We konden de nieuwe vrijheid maar nauwelijks aan en raakten, elk op zijn eigen manier, de weg kwijt. De wereld lag voor ons open, de mogelijkheden waren grenzeloos en datzelfde gold voor ons.
Onze zoektocht naar succes, een eigen identiteit en een nieuw thuis zorgde ervoor dat we ongemerkt steeds iets verder verwijderd raakten van elkaar. De eenzaamheid, die de zoektocht met zich meebracht dempten we kordaat. We vonden snel een probaat middel dat paste bij de omgeving waar we ons heil zochten. Ook onze nieuwe vrienden werkten zich een slag in de rondte, zochten hun heil in de fles of begonnen hun dag met een jointje. Weinig subtiel lieten we onze ouders zien nu te horen bij een heel ander nest. We voelden het allemaal, maar waren niet in staat de trend te keren. De lijmpot raakte zoek toen mijn moeder op veel te jonge leeftijd overleed.
Deze week was het precies tien jaar geleden de beurt aan Fred. Waar het onafscheidelijke flesje bier hem ooit gezelligheid bracht en z’n vriendschappen smeerde toonde het nu zijn dodelijke kant. Mijn lieve broer Fred was sterk als een beer en werkelijk voor niemand bang. Op 1 mei 2015 verloor hij het gevecht van zijn laatste vriend. Verslagen namen we afscheid.
Love you, brother.