In de stapel spelletjes in onze kast oefende Monopoly een bijzondere aantrekkingskracht op ons uit. We zagen er bij de keuze van dit spel best een beetje tegenop om de doos te openen. Het zou weer een lange zit gaan worden. Uren zouden we besteden aan het gooien met de dobbelstenen, het lezen van de kaartjes en het tellen van ons geld. We speelden het niet al te vaak. Dat had niet zozeer te maken met al die uren die het je kostte, maar met het herstellen van de onderlinge relaties. Tijdens het spel, dat met groot enthousiasme was begonnen, maakte grimmigheid zich langzaam en ongemerkt van ons meester. Waar bij de een het fortuin toenam werd de ander steeds armer. Vanuit de gevangenis kon je beteuterd toekijken hoe je broer het ene hotel na het andere bemachtigde en alleen al van de huuropbrengsten rijk werd. Natuurlijk, een huisje op de Groote Markt werd iedereen gegund, maar naarmate het spel vorderde en de ongelijkheid toenam veranderde ook onze positie naar elkaar. Waar we eerst samen lol hadden in het spel werd het langzaam ieder voor zich en bloeiden irritaties op. Zodra huisjes hotels werden ging afgunst een rol spelen. Als de nieuwe rijke even naar het toilet ging was een hotelletje snel verschoven en ook voor een greep in de kas draaiden we onze hand niet om.

Monopoly is een zero sum game. De winst van de één betekent automatisch het verlies van de ander. Je krijgt nooit de Groote Markt als een ander die al heeft. Het spelersveld verandert in twee kampen, in winnaars en verliezers. Alle chips en sussende woorden van mijn moeder ten spijt hadden we na afloop flink de tijd nodig om de betrekkingen te herstellen. Monopoly is een spel met een geweldige aantrekkingskracht, maar het is tegelijk ook gevaarlijk. Het maakt krachten in ons los die ten koste gaan van de gemeenschapszin. Ook in de echte wereld bevinden we ons in de tweede helft van het spel, dat nu echt nodig terug de doos in moet. We praten over landen, huizen, geld en grenzen alsof ze van ons zijn. De grimmigheid spat ervan af.

Moeten we niet nodig naar buiten, is het geen tijd om een ander spel te spelen? Een spel waarbij we kunnen spelen zonder winnaars en verliezers? Waar iedereen blij van wordt? Omkijken naar een ander is geen zero sum game, maar levert een win-win situatie op. Haal eens een boodschap voor iemand die de deur niet uit kan, luister eens naar een vriend die het moeilijk heeft. Trakteer iemand op een potje bier. Of andersom: laat iemand een boodschap voor je doen, lucht je hart bij een vriend of ontvang dat potje bier. Daar knappen we allemaal van op.

We snakken ernaar en hebben het allemaal in huis.

We hebben Goud in Handen.