Toen mijn lieve oma Elbers overleed was ik ontroostbaar. Als kind mocht ik zo nu en dan bij mijn grootouders logeren en ik kreeg van haar dan steevast het oudste-kleinkind-VIP-treatment. Ik genoot met volle teugen van haar exclusieve aandacht. Ze leerde me koekjes bakken, vertelde me mooie verhalen en op zondagavond keken we samen met opa naar Studio Sport, waarbij oma, tot mijn verrassing, luidkeels opging in de wedstrijden. Ze werd helaas ernstig ziek en werd door mijn moeder en vele tantes verzorgd, buiten mijn gezichtsveld, want haar ziekbed was niet bestemd voor kinderogen. De begrafenis werd druk bezocht: opa en oma hadden veel kinderen en nog veel meer kleinkinderen. Ik keek rond en het boek mee op dat sommige volwassenen helemaal niet huilden. Ik begreep het onmiddellijk, want iemand als mijn oma kwam vast en zeker in de hemel.
Net als de meesten van ons groeide ik op met de gedachte dat je, aan het eind van je leven, bij iemand op een wolk nog één keer examen moest doen. Een pittig, laatste examen met een hoge inzet: de rest van je leven (nou ja, after leven) branden in de hel of je dagen vullen met gezang, terwijl je liep door grazige weiden. Meer keus was er niet. En zeg nou zelf, wie kiest er dan niet voor de tweede optie?
Ik heb er best lang over gedaan om afscheid te nemen van het geloof, dat vertelt dat alle mensen geneigd zouden zijn om kwaad te doen en daarom altijd wel iets mankeren of fout doen. In plaats daarvan wilde ik leven vanuit de overtuiging dat de meeste mensen juist fundamenteel goed zijn. Ze geven vaak en veel om elkaar, zijn doorgaans uit zichzelf bereid om mensen een handje te helpen en genieten ervan als het een ander goed gaat. Je hoeft ze niet voortdurend de les te lezen en je hoeft ze niet steeds vol te stoppen met regels, pillen en bemoeizucht.
Het is de basis van het Boeddhisme. Ook Frans Veldman, de grondlegger van de haptonomie, noemde mensen helemaal goed zoals ze zijn, volledig toegerust om mens te zijn. Kijk eens een weekje door zo’n bril en voel de heilzame uitwerking die dan bezit van je neemt. Let wel op, bij sommige mensen moet je het wat harder proberen dan bij andere. Oefening baart kunst, hou vol, je wordt er echt steeds beter in.
Hoewel mijn oma uit een streng gelovig nest kwam heeft zij natuurlijk diep van binnen geweten dat de wereld zo in elkaar zit. Ergens zit ze op ons allemaal te wachten, droomt het kind in mij, met voor zich een volle schaal met zelfgebakken koekjes.