‘Je zit op mijn stoel,’ klonk het luid en duidelijk uit de mond van Naomi (4) die net de klas was binnengekomen. Ik veerde op van het miniatuur stoeltje, dat inderdaad haar naam droeg. ‘Sorry,’ piepte ik en verplaatste me naar het tafeltje erachter, dat niet veel hoger dan mijn knieën was.
Het is Nationale Voorleesweek, vandaag waren de opa’s en oma’s aan de beurt om te komen lezen in groepje Groen van basisschool De Regenboog, waar mijn kleindochter Megan (ook 4) sinds kort dagelijks te vinden is. De wekker stond akelig vroeg, maar opgetogen reed ik richting Nootdorp waar ik rond kwart voor acht arriveerde. Ik werd welkom geheten door mijn jonge studente en haar broertje Lucas (1), die hun moeder met hun hoestbuien al vanaf vijf uur uit haar slaap hadden gehouden. Na een welkome kop koffie togen we in een miezerig regenbuitje met z’n vieren naar school, waar we nog even in de regen buiten moesten wachten. Juffrouw Rianne opende de plechtigheid. Nadat op een fraaie kalender was vastgesteld welke dag het vandaag was werd er gezongen. Het is misschien niet cool om te zeggen, maar nostalgie maakte zich van me meester en ik moest opeens diep slikken. ‘Dank u voor alle bloemengeuren, dank u voor al het klein geluk,’ zong het kleine spul uit volle borst en met gevouwen handen. Daarna werden we door de juf aan het werk gezet.
Ik kwam terecht op de gang in de Legohoek met drie pittige dametjes, die aanvankelijk meer oog hadden voor het Deense speelgoed dan voor de nieuwslezer van de dag. Tot het boek werd geopend. Jip, de olifant, had bij de bushalte geprobeerd om in de bus te klimmen en was halverwege vast komen te zitten. Toen de brandweer hem niet los kreeg met zeep en stromend water werd er tenslotte een zaag bijgehaald. ‘Een zaag? Die hebben wij ook in de schuur,’ onthulde Evi (ook 4), ‘hij is van mijn vader. Maar m’n broertje moet er afblijven, hij stopt alles in zijn mond.’ Daar zitten ze, drie turven hoog. Naomi, Evi en mijn eigen Megan. Ze staan alle drie ‘AAN’, in directe verbinding met hun omgeving en hun eigen verlangens.
De afgelopen weken was ik ook te gast bij een aantal klasjes met volwassenen (vanaf 25), die elkaar het leven zuur hebben gemaakt met oud zeer, vastgelopen discussies en sabotageacties. Hun ‘AAN’ knop onvindbaar vanwege alle teleurstellingen en verwijten. Waar ging het mis? Wanneer heeft hun ontwapenende frisheid plaatsgemaakt voor muf, berekenend verzet? Waar veranderde spelvreugde in guerrilla?
De meisjes leerden me een lesje. Wees trouw aan wat je voelt, zeg wat er op je hart ligt en blijf niet hangen in wat is geweest. Moeilijker hoeft het niet te zijn. Laten we in hun voetsporen treden, ze doen het ons de hele dag voor.
Opgeladen toog ik weer aan ’t werk.