Er was eens een boom, een grote boom, die met zijn takken langs de waterkant stond. Op een zekere dag kwam er een man, gewapend met een mes. De boom hield van schrik het ruisen in, maar er was geen ontkomen meer aan. De man sneed de mooiste tak van de boom en nam hem mee naar huis. Drie dagen later kwam de man opnieuw en de boom werd weer angstig en bezorgd. De boom dacht: welke tak zou er nu aan de beurt zijn? Maar de man ging onderaan de voet van de boom zitten en blies op een fluit die hij van de tak had gemaakt. De boom luisterde en hij verstond het lied.

Hoor je mij nog?

Ken je mij nog?

Ik ben van jou.

Uit jouw hout gesneden.

Ik zing voortaan mijn eigen lied.

Maar jou vergeten doe ik niet.

Ik leef, ik zing.

Ik dank het aan jou.