Het meeslepende boek Zwijgpijn van Janine Meins stond al een tijdje in m’n boekenkast klaar en toen we onlangs in Italië vijf dagen aan boord waren bij onze vrienden André en Belinda greep ik mijn kans. Terwijl dolfijnen ons de weg wezen langs de Ligurische kust zakte ik steeds dieper in het verhaal van Anna, die tijdens een weekendje met haar dochter Merel in Parijs ontdekt dat zij een lang verzwegen geheim met zich meedraagt. Het geweld, dat Merel werd aangedaan blijkt een niet op zichzelf staande gebeurtenis in de familie. Het boek beschrijft een lange geschiedenis van meisjes en vrouwen uit eerdere generaties en het geweld dat ook zij in hun leven te verduren hadden. Aangrijpende verhalen, te groot om alleen te kunnen dragen, te pijnlijk om te vertellen. Een paradox. Waarover spreek je, wat verzwijg je en waarom?

Het was natuurlijk niet moeilijk om de kant te kiezen van de onderdrukte vrouwen, de slachtoffers, de underdogs. Op sommige momenten had ik wel in het verhaal willen stappen om groter leed te voorkomen, iets te kunnen doen aan een situatie die ik niet kon aanzien. Ik vond het lastiger om te kauwen op het daderschap van de mannen, ik ben er tenslotte ook een. Zij waren vaak de veroorzakers van de ellende, de vernederingen en de pijn. Ik kwam niet goed weg met de rol van sympathisant en voelde plaatsvervangende schaamte voor wat de meisjes en vrouwen was aangedaan. Het kwam daarna nóg dichterbij: waar heb ik zelf eigenlijk grenzen overschreden? Misschien geen grote, maar dan toch zeker een aantal kleinere, die mogelijk dezelfde uitwerking hebben gehad? Macht, ongeduld, irritatie, m’n grote eigen gelijk? Ik kreeg er hartzeer van. Merel, de dochter van Anna uit het prachtige boek, ontdekt de weg ‘naar buiten’ als ze de krachten bundelt met haar vriendinnen. Liefde, leren we van haar, overwint alles. Amor vincit omnia.

Wat moet ik deze week vaak denken aan onze huisvriendin M., die eveneens te maken had met huiselijk geweld en daarover jarenlang heeft gezwegen. Daar had ze alle reden toe, net als de vrouwen uit het boek. De angst om niet te worden geloofd, beducht voor de consequenties die het doorbreken van de stilte zou oproepen, de twijfel aan zichzelf wellicht. M. wordt nu geplaagd door een agressieve kanker, die zijn verwoestende werk ook aanricht zonder echt zichtbaar te worden voor de buitenwereld. Opnieuw is ze slachtoffer van geweld, weer met een ongrijpbare dader. Ik wou dat ik iets voor je kon doen, M, dat ik je kon behoeden voor het kwaad dat je wordt aangedaan. Maar ik sta met lege handen. Ontvang daarom mijn liefde, in woord en gebaar.

Amor vincit omnia.