Ruim op tijd voor onze afspraak van half negen meld ik me bij de receptie van de multinational, waar ik ben uitgenodigd door een hoge baas, in het dagelijks leven ook fanatiek vader, om met hem te praten over haptonomie in het bedrijfsleven. ‘t Blijkt niet alleen een hoog, maar ook een druk baasje: voor de ontmoeting staat niet langer dan een half uur gepland. Hij had goeie verhalen gehoord over haptonomie en wil er graag meer over weten. Een praktische kijk op voelen, daar heeft het mee te maken, had hij van iemand gehoord. Nou, kom maar op! Er gaat haast geen gesprek of vergadering voorbij waarin er geen verschil zit tussen wat hij hoort en wat hij voelt. Stel je toch eens voor dat je daar ‘grip’ op zou kunnen krijgen? Zijn interesse stelt me wel een beetje gerust, maar nog niet helemaal. Hoe breng je in godsnaam in een half uur over wat haptonomie inhoudt? Terwijl we aan onze koffie beginnen vroeg ik hem of hij kinderen heeft. ‘Jazeker, ik heb twee pubers, vertelt hij trots. Toen ik hem vroeg of er eentje wel eens zo hard op zijn knie was gevallen dat het bloed eruit spoot lachte hij. ‘Nou, spoot, spoot… Ze hebben wel flinke smakkers gemaakt, ja’. Ik vraag hem om me te vertellen hoe dat er bij hen thuis aan toe ging. ‘Tja’, hoor ik hem hardop denken, ‘als ze binnenkomen stormen ze op me af en willen ze op schoot’. Terwijl hij het me vertelt schuift hij zijn stoel naar achteren en steekt zijn linkerbeen uitnodigend naar voren. ‘Ze kruipen op mijn schoot, kijken naar hun knietje en gaan dan eerst nòg harder huilen. Ze schrikken zich rot van dat bloed, denk ik. Voor mij zit er niks anders op dan gewoon wachten. Na een poosje voel ik ze dan rustiger worden en – nu ik er zo over nadenk – na het huilen slaken ze vaak een hele diepe zucht. Dan willen ze gek genoeg opeens ook weer van mijn schoot af, alsof ze er genoeg van hebben. Daarna hollen ze naar mama voor een pleister.’ Hij kijkt me aan met een vaders-onder-elkaar blik. Ik knik, het komt me zeer bekend voor. ‘En hoe doen jullie dat hier op de zaak’, vervolg ik, ‘als iemand keihard onderuit gaat?’ Hij denkt een paar seconden na en zegt: ‘Verrek. Hier gaan we gelijk naar mama voor een pleister. Dat eerste stuk slaan we eigenlijk over!’ Het lijkt erop alsof er een kwartje is gevallen. ‘Dat is bij volwassenen natuurlijk niet anders. Als je een smakker hebt gemaakt verlang je in de eerste plaats naar een stevige schouder of een veilige schoot om even bij zinnen te komen. Bij iemand die geduld heeft vooral niet teveel gaat doen.’ Hij kijkt me aan en vraagt: ‘Is dat waar haptonomie over gaat?’ Ik knik. Er is geen uitleg meer nodig. ‘Nou, daar kunnen we hier wel wat van gebruiken. Die pleister, die komt later wel’.